-
1 op alles ja en amen zeggen
op alles ja en amen zeggen -
2 amen
-
3 dire amen à tout
dire amen à tout -
4 ja en amen op alles zeggen
нареч.общ. всему поддакивать, со всем соглашаться -
5 ja
ja2 [m.b.t. berusting; ook als versterking] mais oui3 [als aanknoping] à propos4 [m.b.t. verwondering] vraiment?5 [m.b.t. ergernis] et alors♦voorbeelden:ja zeggen tegen iets • dire oui à qc.een ja • un ouiop alles ja en amen zeggen • dire amen à tout〈 ironisch〉 ja, dat kun je denken! • non mais, qu'est-ce que tu t'imagines!2 och ja, zo gaat dat • mais oui, c'est comme ça3 o ja, nu je er toch bent … • à propos, puisque tu es là …4 ja, weet u dat zeker? • vraiment, vous en êtes sûr?5 ja, wat schieten we daar nu mee op? • et alors, à quoi cela nous avance-t-il? -
6 ja
ja1 ja2 ja?, niet waar? ⇒ hé, hé3 toch, immers, inderdaad ⇒ nog, wel, ook5 〈informeel; alleenstaand〉ja? ⇒ echt (waar)?♦voorbeelden:1 ja doch, ja gewiss, ja freilich • ja zeker, maar jaaber ja doch • maar zeker, maar jana ja! • nou, nu ja!2 du kommst doch mit, ja? • jij gaat toch mee, zeker?3 das Kleid ist ja schön, aber teuer • de jurk is wel mooi, maar duurdas ist ja schrecklich! • maar dat is (toch) verschrikkelijk!das ist ja wahr • dat is waar ookich glaube ja • ik geloof van weldu kennst ihn ja! • je kent hem toch (wel)!so ist er ja • zo is hij nu eenmaalda bist du ja! • daar ben je eindelijk!4 geh ja hin! • ga er in ieder geval heen! -
7 всему поддакивать
ngener. ja en amen op alles zeggenRussisch-Nederlands Universal Dictionary > всему поддакивать
-
8 со всем соглашаться
prepos.gener. ja en amen op alles zeggenRussisch-Nederlands Universal Dictionary > со всем соглашаться
-
9 всему поддакивать
ngener. ja en amen op alles zeggen -
10 со всем соглашаться
prepos.gener. ja en amen op alles zeggen
См. также в других словарях:
Sagen — 1. As (wenn) man sugt (sagt) gestorben, glaüb. (Jüd. deutsch. Brody.) 2. As man sugt Meschige (verrückt), glaübe. (Jüd. deutsch. Brody.) 3. Auf das Sagen folgt Weinen oder Behagen. Es kommt sehr viel darauf an, wie man es darstellt; es kann eine… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Ja — 1. Da noch blos Ja, blos Nein im Brauche ging, stand s mit der Welt nicht so gering. – Körte, 3104 u. 3880. 2. Der eine sagt Ja, der andere Nein. Frz.: Hippocrate dit oui et Gallien dit non. (Leroux, II, 38.) 3. Ein hastig Ja macht gern ein… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon